-
Wanneer maken we het onderscheid tussen een heftige gebeurtenis behorend bij het leven en wanneer is het een trauma/gebeurtenis die behandeld ‘moet’ worden?
In ieders leven gebeuren heftige gebeurtenissen. Soms zijn gebeurtenissen op zich heel erg heftig en beladen en daardoor kunnen er klachten ontstaan. In andere situaties zijn de gebeurtenissen zelf minder heftig maar is er sprake van een onderliggende kwetsbaarheid, waarbij de combinatie voor klachten kunnen zorgen.
-
Wanneer moet een gebeurtenis of een trauma behandeld worden?Het belangrijkste criterium daarvoor is de mate van klachten. Het makkelijkst is om dan de SUD te meten, een 11-punt-schaal (van 0-10), die de mate van spanning meet. Een score van 10 staat daarbij voor de ‘meest erge spanning die iemand zich voor kan stellen’. Een score van 0 staat daarbij voor ‘helemaal geen spanning’. Je vraagt dan aan iemand ‘Als je nu aan het meest nare gedeelte van die gebeurtenis denkt, hoeveel spanning ervaar je dan op dit moment?’
Indien iemand dan- een SUD van circa 7 of hoger aangeeft,
- én de gebeurtenis is meer dan een maand geleden
- én indien iemand -door die gebeurtenis – het functioneren belemmerde klachten heeft, dan is behandeling geindiceerd.
-
Hoe om te gaan met lange wachtlijsten als POH-GGZ? Wat kan je dan best doen?
Als de patiënt op een erg lange wachtlijst komt te staan, terwijl deze een hoge SUD score heeft en een grote lijdensdruk ervaart, dan is het verstandig om de patiënt te overbruggen. Je kan dan in het overbruggingstraject je richten op het stabiliseren van de patiënt. Je kan de patiënt aanleren om met de gedachten en gevoelens om te gaan. Hierbij kan je denken aan ontspanningsoefeningen, mindfulness of bijvoorbeeld een imaginaire veilige plek creëren.
Ook zou je aan de slag kunnen gaan met de ervaringen op een rijtje zetten door een traumalijst of een overzicht te maken. Je kan samen met de patiënt kijken naar wat nou het moeilijkste stuk van het trauma is, met als doel dat de patiënt in de behandeling hiermee aan de slag kan gaan. Verder zou je traumavoorlichting kunnen geven over de klachten en de behandeling, zodat de patiënt hier meer inzicht in krijgt. -
Wat kunnen partners of omgeving doen om mensen met PTSS te ondersteunen?
Partners of de omgeving van mensen met PTSS kunnen op drie gebieden wat doen:
1. Zorgen voor een veilige en voorspelbare situatie, zeker de eerste tijd na de nare gebeurtenis.
2. Een luisterend oor zijn voor degene die PTSS heeft en diegene -op een niet dwingende manier- aanmoedigen om over de gebeurtenis en de herinneringen daaraan zich uit te spreken. Door erover te spreken – en de daarbij behorende gevoelens te voelen- vindt er verwerking plaats.
3. Indien het functioneren van iemand ernstig belemmerd is (en de gebeurtenis langer dan een maand geleden is) iemand stimuleren hulp te gaan zoeken -
Wat kun je het beste doen bij paniekaanvallen? De eerste keer dat iemand dat krijgt is ook vaak traumatisch. Hoe komt iemand daar vanaf?
Dit gaat over een andere groep stoornissen, namelijk de angst- en paniekstoornissen. De eerste keer dat iemand een paniekstoornis krijgt kan subjectief als zeer bedreigend ervaren worden. Je kunt er echter nooit PTSS van krijgen, want -objectief gezien- is er niks ‘ernstigs’ gebeurd. Het belangrijkste bij een paniekstoornis is het bieden van psycho-educatie over de oorzaak en de verschijnselen. Je kan als behandelaar(/POH-GGZ) samen met de patiënt achterhalen waardoor de paniekstoornis is ontstaan en de patiënt ontspanningstechnieken aanrijken om zo om te leren gaan met de paniekklachten. Indien iemand heel veel last houdt van de eerste paniekaanval, dan zou je in een later stadium kunnen overwegen daarop een trauma verwerkingsbehandeling in te zetten.
-
Wat kan je doen als patiënt een paniekaanval krijgt bij het opnieuw vertellen van het trauma?
Je zou de patiënt kunnen helpen door uit te leggen hoe de paniek ontstaat als gevolg van de herbeleving van het trauma. Ook kan je de patiënt voorlichten dat deze, middels stabilisatie en emotieregulatie, met de paniekklachten kan leren omgaan. Je kan je dan onder andere focussen op ontspanningsoefeningen, zoals ademhalingsoefeningen, en emotieregulatie, zoals de stoplichtmethode. De patiënt kan hierdoor leren omgaan met de gevoelens van paniek.
-
Wat adviseer je qua tijd voor behandeling? POH’s hebben vaak te maken met overvolle spreekuren. Een patiënt kan daardoor vaak max eens per twee weken worden gezien.
Indien het gaat om monitoring, psycho-educatie of aanleren van ontspanningstechnieken dan kan dat prima in een half uur tot een uur. Indien het gaat om inzetten van trauma verwerkingstechnieken, waarbij iemand uitgebreid gaat vertellen over de schokkende gebeurtenis of bij toepassing van EMDR dan zou ik de sessies van een uur inplannen. Voor sommige huisartsenpraktijken kan dit daarmee een dubbelconsult betekenen.
-
Als een patiënt verslaafd is, kan dan een behandeling op traumaklachten toch worden gestart?
Aangezien een verslaving vaak wordt gebruikt als vermijding of coping met het trauma is het verstandig dat het verslavingsgedrag als eerste wordt aangepakt voordat het trauma adequaat behandeld kan worden.
-
Theorieën en modellen uit de webinar
Associatieve verwerkingscirkel
Drie fasen model (Herman, 1992; Stöfsel & Mooren, 2010)
Zorgstandaard PTSS (www.akwaggz.nl)
Hiërarchisch model van verloop na schokkende gebeurtenis (naar Bracha, 2004 en Polyvagaal theorie van Porges, 2011) -
Lees- en luistertips
Podcast: RINO groep- Traumabehandeling en persoonlijkheids-problematiek, juli 2022
Podcast: Joost en Yonda trauma show: Complexe PTSS, september 2021
Boek: Trauma- en persoonlijkheidsproblematiek – Martijn Stöfsel
Boek: Trauma en verwerkingstechnieken – Martijn Stöfsel
Boek: Wanneer de (alarm)bel rinkelt – Anne van den Ouwelant
Boek: Verlamd van angst – Agnes van Minnen -
Inzet eHealth
Ksyos/Therapieland
4DKL inzetten om de ernst van de klachten en de impact uit te vragen
Begeleide programma’s die ingezet kunnen worden bij klachten van trauma: accepteren, Mindfullness, omgaan met emoties en ontspanning